logo
logo

GESCHIEDENIS

Al 125 jaar koor op uitdagend niveau.

Op 6 februari 1891 werd in Enschede de Christelijke Zangvereniging ‘Hosanna’ opgericht. Het doel dat de vereniging zich bij de oprichting stelde was om evangelisatiediensten en -bijeenkomsten met zang op te luisteren. Ook werden vanaf het begin jaarlijks uitvoeringen gegeven.

De eerste decennia

De leiding over het koor was aanvankelijk in handen van ‘meester’ Oldeman, die na ruim een half jaar het dirigeerstokje overdroeg aan ‘meester’ Klumpers. Onder zijn leiding, die ruim 24 jaar duurde, werd veel aan scholing gedaan.

Hosanna ging allengs moeilijker stukken instuderen, en tijdens het 15-jarig jubileum in 1906 werd reeds een omvangrijker stuk Der Jüngling zu Nain uitgevoerd, geheel met eigen krachten. Niettemin kon men toen nog niet spreken van een oratoriumkoor, het bleef feitelijk een liederenkoor.

 Wisseling van de wacht

Toen Klumpers in 1916 naar elders verhuisde, zat Hosanna in een lastig parket. Een der leden, de heer Jansen, onderwijzer aan de Christelijke school aan de Noorderhagen, verklaarde zich uiteindelijk bereid de lege plek in te vullen.

Na ruim drie jaar concludeerde hij dat het hem onmogelijk was de prestaties van het koor hoger op te voeren. Wanneer de vereniging zich verder wilde ontwikkelen, moest er een directeur komen die over meer muziekkennis beschikte. Die vond men in de persoon van de heer P.J. Pardoen uit Delden, onder wiens leiding de kwaliteit van het koor met reuzenschreden vooruitging.

In zeven jaar wist hij het koor van de (toen bestaande) vierde afdeling naar de ‘superieure afdeling’ te voeren. De recensent van Tubantia berichtte reeds na de eerste uitvoering onder Pardoen: “nu leert Hosanna zingen, het kan niet anders dan met zulke krachten en met zulk een leiding kan het koor tot grootere prestaties in staat zijn.”

Na ruim veertien jaar Hosanna geleid te hebben, werd Pardoen ernstig ziek. Het bestuur wachtte anderhalf jaar op een mogelijk herstel, gedurende welke periode het op tijdelijke basis de heer P. Reyns uit Enschede aanstelde als interim-dirigent.Na het overlijden van Pardoen in augustus 1935 werd de benoeming van Reyns definitief.

Reyns zag kans de onder Pardoen ingezette progressie verder uit te bouwen. Onder zijn leiding voerde Hosanna bijvoorbeeld zeven jaar achtereen (1935-1942) de Mattheus Passion uit 1666 van Heinrich Schütz telkenjare met stijgend succes op. Bij de viering van het gouden jubileum in 1941 heette de vereniging niet alleen Hosanna, maar ging het ook hosanna met Hosanna.

Foto van Christelijk Gemengd Koor 'Hosanna' uit 1906

Het koor Hosanna tijdens het 15-jarig jubileum in 1906.

Fusiepartner

Inmiddels was op 21 december 1936 in Enschede de Christelijke Oratorium Vereeniging (C.O.V.) opgericht, die binnen een maand ca. 140 leden omvatte. In november 1937 gaf de vereniging met het oratorium Josua van Händel zijn eerste uitvoering, een jaar later gevolgd door de Paulus van Mendelssohn, beide onder leiding van dirigent J.A. Ketel.

De recensent van de Paulus merkte op: “Jammer dat er van het fraaie mannenkoor zoovelen “gedeserteerd” zijn in het afgeloopen jaar.” Eenzelfde geluid klonk na afloop van de uitvoering van de Elias van Mendelssohn op 3 april 1941 in de Groote Sociëteit: “Jammer blijft het intusschen dat de mannenstemmen zoo ontstellend gering in getal zijn tegenover het groote, gave dameskoor. Hoe anders was dit bij het debuut op 18 November 1937!”

De vereniging bleef wel bestaan, maar in 1956 kwam het tot een fusie met Hosanna. De nieuwe vereniging ging Enschedees Christelijk Oratoriumkoor (ECOK) heten.

Aankondiging concert op 8 februari 1941

Aankondiging concert op 8 februari 1941

Aankondiging concert op 10 februari 1951

Aankondiging concert op 10 februari 1951

Verdere groei

Na de Tweede Wereldoorlog was door enkele dirigenten de kwaliteit van Hosanna verder uitgebouwd, aanvankelijk nog onder leiding van Reyns, daarna onder C.J. de Koning en Hans Keuning. Keuning (1926) studeerde piano en koordirectie aan het Amsterdams Conservatorium.

Na zijn opleiding vestigde hij zich in Enschede, waar hij werkte als muziekdocent en dirigent van Hosanna. In die hoedanigheid maakte hij de fusie tussen Hosanna en C.O.V. tot ECOK mee.

Heel bijzonder was dat in 1961 het ECOK-bestuur een opdracht verstrekte aan zijn eigen dirigent Keuning tot het schrijven van een muzikaal werk. Dat resulteerde op 6 november 1962 in het Keuning-oratorium Juli, op een tekst van de dichter Jan H. de Groot, uitgevoerd door het ECOK-koor met het Overijssels Philharmonisch Orkest in de Twentse Schouwburg.

Aankondiging van concert op 22 december 1978

Aankondiging van concert op 22 december 1978

Aankondiging van het concert op 13 mei 2004 ter nagedachtenis van de slachtoffers van de vuurwerkramp van 13 mei 2000.

Aankondiging van het concert op 13 mei 2004 ter nagedachtenis van de slachtoffers van de vuurwerkramp van 13 mei 2000.

Bernard Burger

Een belangrijke fase in het bestaan van het ECOK trad in met de benoeming van Bernard Burger tot dirigent. Burger, van geboorte Amsterdammer, had na zijn studies aan het Conservatorium van Amsterdam en het Mozarteum in Salzburg voornamelijk in het buitenland, tot in Mexico, gedirigeerd. Na zijn terugkeer in Nederland bekeerde hij zich definitief tot zijn grote passie voor koordirectie.

Vanuit zijn woonplaats Soestdijk kwam hij in 1965 in contact met het koor Sursum Corda uit Almelo. Eenmaal daar aan het werk meldden zich al snel het ECOK (1967) en het Hengelose TCOV (1968), waarna hij besloot zich in Twente te vestigen. Burger voerde zijn drie Twentse oratoriumkoren het walhalla van de grote koorwerken binnen. Om een zo hoog mogelijk niveau te bereiken, schakelde hij bij de koren een stempedagoog in, die elke repetitie inleidde met een half uur stemvorming.

De resultaten bleven niet uit en het ECOK zou gedurende een periode van 32 jaar onder leiding van Burger een lange stroom van kwalitatief hoogstaande uitvoeringen ten gehore brengen.

Zijn voorliefde voor Bach stak Burger niet onder stoelen of banken: 22 keer stonden wisselende delen van Bachs Weihnachtsoratorium op de lessenaar, waarbij ECOK vrijwel steeds werd ondersteund door het Overijssels Philharmonisch Orkest (later Orkest van het Oosten). Maar ook cantates van Bach (12) en werken van Haydn (10), Dvořák (10), Mendelssohn (9) en Mozart (8) kwamen veelvuldig aan bod.

Bijzonder waren tussen 1973 en 1981 de zeven uitvoeringen van Honegger’s Une cantate de Noël, waarbij het ECOK in de Verrijzeniskerk optrad samen met het Enschedese kinderkoor De Wesseltjes onder leiding van Rinus Luttikhuis.

Burger nam in het voorjaar van 1999, op 67-jarige leeftijd, afscheid van het ECOK, mede om meer tijd vrij te kunnen maken voor gastdirecties, onder meer in Litouwen. Hij sloot zijn optredens in Enschede af met twee opvallende werken: de nog niet eerder in Nederland uitgevoerde Krönungsmesse van Franz Liszt en het Te Deum van Hector Berlioz, een première voor de regio Twente. Het werd een gezamenlijk optreden van de koren ECOK, TCOV en Sursum Corda, het kinderkoor van de Enschedese Muziekschool, met het Orkest van het Oosten op volle sterkte, en Gijs van Schoonhoven op het grote orgel van het Muziekcentrum.

Bernard Burger

Bernard Burger

Een nieuw millennium

Met het nieuwe millennium in zicht ging het ECOK in 1999 in zee met de jonge dirigent Eric Kotterink als opvolger van Burger. Kotterink (1968), afkomstig uit Dronten, studeerde hobo aan het Sweelinck-conservatorium in Amsterdam en orkestdirectie bij Tilo Lehmann aan het Zwols Conservatorium.

In de zeventien jaren onder zijn leiding heeft het koor een keur aan opvallende concerten gegeven, vrijwel alle in samenwerking met het Orkest van het Oosten. Begonnen werd in 2000 met het Requiem van Mozart en de Nelsonmesse van Haydn. Op 13 mei 2004 vond in het Muziekcentrum in Enschede een concert plaats ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de vuurwerkramp, een gezamenlijke uitvoering van het Requiem van Dvořák met de koren ECOK, Sursum Corda uit Almelo en het Euregio Konzertgesellschaft uit Stadtlohn,

Het koor en zijn dirigent schuwden ook geenszins moderne werken als Bridge of dawn II van Joep Franssens, de Messe van Ethel Smyth en Von Himmel hoch da komm’ ich her van Laurent Mettraux.

Bijzonder succesvol waren in het najaar van 2011 de drie concerten van het Requiem van Giuseppe Verdi in Enschede, Stadtlohn en Praag, ook weer samen met de koren uit Almelo en Stadtlohn. In de Tsjechische hoofdstad vond de uitvoering plaats in het Rudolfinum-concertgebouw voor ruim duizend toehoorders, onder wie de ambassadeur van Israël in Tsjechië.

Ook werden onder leiding van Eric Kotterink twee keer de Mis in C van Beethoven, de Petite Messe Solennelle van Rossini en Ein deutsches Requiem van Brahms uitgevoerd. Tijdens een projectreis naar Leipzig en Berlijn in 2015 zongen veel ECOK-leden mee in Ein deutsches Requiem, uitgevoerd in de Berlijnse Gethsemane-Kirche.

Eric Kotterink

Dirigent Eric Kotterink

“Onlangs werd mij gevraagd waarom ik oratoriumkoren dirigeer. Mijn antwoord was dit: Met zingen kun je je innerlijke gevoelens prijsgeven, zingen geeft een fijn gevoel. Met zingen kun je ook andermans gevoel raken of prikkelen. Zingen kan solo maar gezamenlijk is fijner en het heeft meer impact. Met een oratoriumkoor kun je grote werken met orkest maar ook a capella uitvoeren. Er is een grote repertoirekeuze, al ben je wel gebonden aan religieuze werken, dit repertoire omvat echter alle tijden.”

Jubileumviering

Het 125-jarig jubileum van het momenteel 80-koppige ECOK-koor werd op zaterdag 5 november 2016 in het Enschedese Muziekcentrum luister bijgezet met het opnieuw uitvoeren van de beide meesterwerken waarmee Bernard Burger in 1999 afscheid van het ECOK nam: de Krönungsmesse van Franz Liszt en het Te Deum van Hector Berlioz.

Het werd een gezamenlijk optreden van de koren ECOK en Sursum Corda met een groot kinderkoor, een organist en het Orkest van het Oosten in grote bezetting.

De koren ECOK, Sursum Corda en het Euregio Konzertgesellschaft Stadtlohn met solisten en het Orkest van het Oosten tijdens de uitvoering van het Requiem van Verdi in het Muziekcentrum in Enschede op 14 oktober 2011 onder leiding van dirigent Eric Kotterink.

De koren ECOK, Sursum Corda en het Euregio Konzertgesellschaft Stadtlohn met solisten en het Orkest van het Oosten tijdens de uitvoering van het Requiem van Verdi in het Muziekcentrum in Enschede op 14 oktober 2011 onder leiding van dirigent Eric Kotterink.

Blijf op de hoogte

Op de hoogte blijven van onze concerten, aankondigingen, meezingrepetities en ander nieuws? Schrijf je in voor de nieuwsbrief.

Geschiedenis - ECOK Concertkoor Enschede